De Karmel.
​Wijsheid, levenskunst, spiritualiteit, mystiek...

In de twee kloosters die Sacred Books | Secret Libraries toegankelijk maakt voor bezoekers leven twee actieve gemeenschappen: de broeders karmelieten en de zusters kanunnikessen van Windesheim. Sacred Books | Secret Libraries streeft ernaar de bezoeker te laten kennis maken met hun levenswijze in het verleden én vandaag. Een levenswijze, die misschien anders is dan die van de modale burger, maar toch zoveel levenswijsheid bevat. Met een term die in het verleden vaak gebruikt werd: zij hebben een eigen 'spiritualiteit', en daar kunnen we ons wel een beetje aan inspireren. Daarom hieronder enkele steekwoorden...

Gebed

Teresa van Avila, die de Karmel hervormde in Spanje in de zestiende eeuw, schrijft dat in de Karmel het gebed de korte weg naar de  heiligheid is en de poort naar de godsontmoeting.  'Man is not alone' (A. J. Heschel), en dat ervaren de karmelieten en karmelietessen en willen ze tonen en meedelen aan de wereld. God (of G*d, om dit  platgetreden woord een beetje te ontwrichten) verlangt zich aan de mens mee te delen als liefden als kracht, als wijsheid. Bidden is zich bewust  richten op deze liefde, er een dialoog mee aangaan.

Meditatie

Voordat we spreken met God, heeft 'Hij' al tot ons gesproken. Bidden is een dialoog en toch vooral luisteren naar de woorden vol liefde van God, daar waar die te vinden zijn: in de Bijbel, in het eigen hart, in de woorden van de medemens, in de kosmos. Dit luisteren en stilstaan bij wat men hoort heet 'mediteren'. In de Karmelregel staat dat de karmelieten dag en nacht moeten waken in gebed en het Woord van God overwegen'. Het meditatief in het leven staan, het luisteren, moet natuurlijk de hele dag en de ganse levenshouding doordringen...

Contemplatie

De karmelieten hebben altijd mogen ervaren dat het gebed en de meditatie een heel léven vormen, dat oneindig rijk is en nooit stilstaat.  Wie naar de Werkelijkheid luistert, wie die aandachtige, liefdevolle dialoog ermee begint, begeeft zich op een weg van verdieping en vereenvoudiging.  Net als in de intermenselijke dialoog treedt stilte op, een diepgevoeld contact, onder de woorden door, soms zelfs zonder woorden.  Het kan uiteindelijk een pure eenheidservaring worden: alles één in de Ene. 

Actie

Wanneer men ervaart dat alles één is in de Ene, dan is dit zo'n geluk, zo'n onverwoestbare vreugde, dat men het wil meedelen. Karmelieten en karmelietessen kunnen niet anders dan getuigen over hun godservaring, in woord en daad, in geschrift, in vele vormen van kerk-werk. Ze willen meedelen aan de samenleving wat ze hebben gevoeld deep down, ja, ze willen anderen de weg wijzen en helpen om zelf naar deze diepte, en eenvoud te gaan en zélf het Mysterie te ontdekken. Dat is het zendingswerk van de Karmelorde.

Teresa van Avila

de Karmel, die ontstaan is als een gemeenschap van kluizenaars in de buurt van Haïfa, en daarna verplaatst werd op Europese bodem, kende opgang en verval. Teresa van Avila (1515-) zorgde voor een vernieuwing door haar mystiek en humanisme, twee kenmerken van de  hervormde Karmel.   Enkele slagwoorden  uit haar geschriften zijn: gebed, inkeer, vriendschap, barmhartigheid, zusterlijkheid,  overgave... Onder haar geschriften telt haar 'Innerlijke burcht' als een meesterwerk.

Jan van het Kruis

Teresa deed beroep op een jonge karmeliet om haar hervorming ook bij de mannen in te voeren. Jan van het Kruis was een bekwaam theoloog en vooral een groot dichter. Hij begeleidde tal van zusters en broeders van de jonge hervorming. Zijn geschriften — gedichten en hun commentaar — zijn bronnen van menselijke en religieuze wijsheid. Hij wordt soms wel eens verkeerd voorgesteld als een harde asceet; in feite is hij heel minzaam en  wil hij enkel uitnodigen tot de ervaring van Liefde.

"We leren de zwijgende liefde en de liefdevolle aandacht en laten ons wonden en leiden door God. We laten de waarheid van de dingen, van de mensen en van God tot ons doordringen, gewapend met de taal die God best begrijpt: de zwijgende liefde."
​P. Miguel Márquez Calle, generale overste

Een tekst van Teresa van Avila

Innerlijke burcht, tweede verblijf, hoofdstuk 2, 2, 4 en 11.

Dit is een tekst uit het Spanje van de zestiende eeuw, vandaar uitdrukkingen als 'Zijne Majesteit' voor God en het spreken over 'de wereld' en 'zonde' enz. De essentie is de ontdekking van een Aanwezigheid binnenin, die als een vriend of zelfs minnaar wordt gezien. En dat het gebed, samen met de zelfkennis, de weg daarheen is. Zonder zelfkennis geen authentiek gebed, laat staan godservaring.

"Sommigen horen dus de oproepen van de Heer. Ze naderen het verblijf van Zijne Majesteit. Hij is een heel goede buurman. Zijn barmhartigheid en zijn goedheid zijn zo groot dat de Heer het, ondanks alles, zo heel erg waardeert wanneer wij Hem toch liefhebben en zijn gezelschap zoeken te midden van tijdverdrijf, zaken, genoegens en gejacht in de wereld, zelfs het in zonde vallen en weer opstaan. Hij zal niet nalaten ons de een of andere keer te roepen, ons uit te nodigen dichter bij Hem te komen. En, die stem is zo zoet dat de ziel verkwijnt doordat ze niet onmiddellijk gehoor kan geven aan wat Hij beveelt. ... Bij het zien van zoveel tekenen van liefde en ontelbaar veel andere dingen, verlangt de ziel iets terug te geven. Het lijkt haar vooral dat deze ware minnaar haar nooit verlaat. Hij vergezelt haar en geeft haar het leven en het zijn. Onmiddellijk maakt het verstand haar duidelijk dat ze nooit een betere vriend zal hebben, al leeft ze nog lange jaren. ... De toegangspoort tot de burcht is het gebed. Het is dwaas te denken dat we haar zullen binnengaan zonder eerst in onszelf te keren of onszelf te kennen. Zonder onze ellende en wat we aan God verplicht zijn te beschouwen en Hem vaak om barmhartigheid te vragen. Hoe is het mogelijk Hem te kennen of in zijn dienst te staan zonder Hem ooit te bekijken, zonder te overdenken wat we Hem verplicht zijn en zonder te denken aan de dood die Hij voor ons onderging, weet ik niet."